Ze breide wat af in haar leven. Truien, sokken, baby-sokjes, sjaals, wanten, mutsen en ga zo maar door. Het was begonnen op de lagere school waar ze van oranje katoen een washand moest leren breien. Daar kreeg ze de smaak te pakken.
Haar kinderen hebben het haar niet altijd in dank afgenomen. Natuurlijk was het best spannend voor ze om zelf een mooi patroon uit een breiboek te mogen kiezen. Je wist dan zeker dat je iets zou krijgen dat je leuk vond. Maar een plaatje van een trui kriebelt niet! De door ma gemaakte trui aantrekken was een ander verhaal. Maar ja, eenmaal gekozen was er geen weg meer terug. Toen er kleinkinderen kwamen doorliepen die hetzelfde traject. Zo ook de kinderen in de Missie en arme landen waarvoor ze ijverig breide. Zij allemaal werden, jeukend en krabbend van de wol, uiteindelijk toch ook groot.
Toen ze overleed kon het niet anders of we zouden terugkijken op het breiwerk van haar leven. Ze was geboren in Amsterdam. Daar werden de eerste steken van haar levensbreiwerk op de pennen gezet gezet. Haar vader, moeder, broers, zussen, vrienden en vriendinnen werden de basis, de boord zou je kunnen zeggen. Zij vormden een stevige band waardoor haar leven niet ging slobberen.
Het werd een kleurig breisel. Af en toe liet ze een steekje vallen maar dat werd altijd weer opgeraapt. En ja, een keer lukte dat niet en ontstond een gat, een verschil van mening, dat is niet meer goed gekomen. Ze trouwde en haar breiwerk kreeg al meer kleur. Door de geboorte van haar kinderen werden de kleuren roze en blauw toegevoegd.
De scheiding zorgde ervoor dat er een stuk moest worden uitgehaald. Maar vol goede moed begon ze opnieuw. Nu met een ander patroon in haar breiwerk dan voor die tijd. Door sommige pennen gerstekorrel te breien, kwamen bepaalde delen meer naar voren: vakanties die ze beleefde, haar tuintje, de blije momenten met de kinderen en kleinkinderen. Noem het de hoogtepunten. De kabels die ze breide waren de langdurige vriendschappen die ze had en die haar staande hielden in moeilijke tijden.
Het laatste stuk van haar leven was meer een pen recht een averecht. Er gebeurde niet veel meer. Het even werd, vanwege haar handicap en ouderdom, vlak en eentonig. De dag kwam dat haar leven moest worden afgekant. Een veelkleurig breisel, soms evenwichtig, soms wat slordig gebreid, met verschillende patronen er in verwerkt, vertelde haar levensverhaal. Elk onderdeel was een herinnering aan een pracht mens waar met de warmte van een wollen trui op teruggekeken werd.