De kerk is modern en ligt vlak naast een jong winkelcentrum met een groot parkeerplein. Ik word verondersteld daar mijn auto te parkeren. De uitvaart is warm, liefdevol en oprecht zoals in mijn brochure staat.
Aan het einde van de afscheidsdienst begeleid ik de overledene tot aan de auto. Hierin wordt hij nog eenmaal in de bloemetjes gezet. De kist is bijna niet meer te zien.
‘Wachten we nog even op je, of kom je straks achter ons aan?, vraagt de uitvaartbegeleidster. Ik moet me nog omkleden en mijn spullen verzamelen.
‘Ik kom wel achter jullie aan. De begraafplaats is dichtbij. Tot zo!’
De stoet vertrekt. Ik kleed me om en verzamel mijn spullen en berg alles op in de auto. Ik stel de tomtom in en mijn man/chauffeur start de auto. We rijden de nieuwbouwwijk in. Links, rechts, weer links tot we niet verder kunnen. Een paaltje verspert ons pad. We zien dat we op een oude, nu afgesloten, doorgangsroute staan. Voor ons ligt een fietspad en daarachter de weg naar de begraafplaats die we in de verte zien liggen.
We moeten omkeren, op zoek naar de uitgang van de wijk. Maar de tomtom brengt ons steeds weer naar dezelfde plek terug en zet ons daarmee letterlijk en figuurlijk voor paal. Lichte paniek komt in me op. Er staat een hele begrafenisstoet op mij te wachten voor de laatste rituelen op de begraafplaats en ik dwaal hier door een wijk waarvan ik de uitgang niet kan vinden!
We vragen een paar meisjes van een jaar of twaalf of ze ons kunnen helpen. Helaas, ze hebben geen idee. Een straat verder zien we een kleine, kale man, bij zijn huis staan. Hij heeft piercings in zijn oren en is van top tot teen getatoeëerd, . Mijn man sprint uit de auto, schiet hem aan, en vertelt hem ons probleem. De man zegt alleen: ‘wacht maar even’. Hij gaat naar binnen, komt al gauw weer terug en zegt: ‘rij maar achter me aan’.
Als een uitvaartbegeleider loopt hij midden op de weg voor ons uit tot we weer bij die vermaledijde paal komen. Hij haalt een sleutelbos uit zijn achterzak, bukt zich, opent het slot en haalt de paal naar beneden.
We zijn gered door een getatoeëerde engel!
De stoet staat net startklaar als ik aan kom. Waardig schrijd ik naar voren en loop voor de kist uit naar het graf.